Vrijdag 12/07/2013
Naar Péronne dus. Veel moet ik daar niet hebben, enkel het
museum zou de moeite zijn. Ondergebracht in een oude burcht/kasteel met een
goed geïntegreerde nieuwe vleugel. Zo staat het toch op Wikipedia.
Op de camping nog even het water bijgevuld, afvaltank en WCcassette geleegd (want 1 van de 2 laatse zorgde voor nogal wat stank bij wijlen.
Op de camping nog even het water bijgevuld, afvaltank en WCcassette geleegd (want 1 van de 2 laatse zorgde voor nogal wat stank bij wijlen.
De weg gaat vlot, is ook redelijk simpel, al goed. Ook het
museum vind ik zonder moeite. Alleen is duidelijk dat men in de middeleeuwen
geen auto's had. Een parking is niet direct te zien. Wat verder staat er wel
een blauw bordje met de bekende P maar dat straatje is zo smal dat ik het
risico niet neem om daar in te slaan. Dus maar wat doorrijden, heb toch mijn
fiets mee moest het te ver worden.
Op goed geluk een straat rechts ingedraaid en warempel, daar is water, een park en een parking, in de schaduw nog wel.
Op goed geluk een straat rechts ingedraaid en warempel, daar is water, een park en een parking, in de schaduw nog wel.
Het is ondertussen al na de middag dus ik neem mijn
ondertussen min of meer normale lunch = een droog worstje, een stukje kaas en
een appel.
Ik heb niet echt een idee hoe ik terug bij het museum moet
geraken, de GPS in mijn telefoon laat het blijkbaar afweten. Op oriëntatiezin
(jaja) besloten het water in het parkje te volgen en waar kom ik uit? Op de
parking die aangeduid stond op dat blauwe bordje (straatje was wel te doen
geweest maar is daar volle zon). En, die parking ligt juist naast het museum.
Goed gedaan van mij ('k zal het maar zelf zeggen, er is trouwens niemand
anders).
Blijkt dat er op het pamfletje van het museum dat ik op de
camping meenam zowaar een kortingsbon staat en zo kom hier dus nog goedkoop
binnen.
Het museum is mooi en duidelijk ingericht, alleen had ik hier misschien eerder moeten komen. Nu is er zoveel herhaling dat het eerder op herkauwen lijkt. Er is ook een Nederlandse audiogids maar die zal ik niet veel gebruiken. De Hollandse (bwêêk) dame vertelt niks nieuws en bovendien op een vervelende monotone toon, het boeit haar duidelijk niet. Het blijkt ook nog om een slechte vertaling van de Franse originele tekst te gaan, dus nee, laat maar, ik zal wel de bordjes lezen. Niet alleen de audiogids is Hollands trouwens. De weinige andere bezoekers hier lijken dat ook grotendeels te zijn, vooral die met kinderen dan. Meer uitleg hoeft niet zeker?
Het museum is mooi en duidelijk ingericht, alleen had ik hier misschien eerder moeten komen. Nu is er zoveel herhaling dat het eerder op herkauwen lijkt. Er is ook een Nederlandse audiogids maar die zal ik niet veel gebruiken. De Hollandse (bwêêk) dame vertelt niks nieuws en bovendien op een vervelende monotone toon, het boeit haar duidelijk niet. Het blijkt ook nog om een slechte vertaling van de Franse originele tekst te gaan, dus nee, laat maar, ik zal wel de bordjes lezen. Niet alleen de audiogids is Hollands trouwens. De weinige andere bezoekers hier lijken dat ook grotendeels te zijn, vooral die met kinderen dan. Meer uitleg hoeft niet zeker?
Al bij al dus een beetje een tegenvaller, koud en
afstandelijk, zeker na de toch wel emotionele dagen ervoor, ondanks de toch wel
mooie collectie.
Van hieruit moet ik dus naar de streek van Verdun. Een wat
langere rit en ik besluit om toch maar een stuk autostrade te nemen. Het wordt
weeral aan de late kant wordt en ik wil toch proberen daar nog iets te
bezoeken.
Zoekend naar de beste weg zie ik dat, als ik het stuk na
Reims via gewone D wegen neem, ik heel makkelijk bij Vauquois kan uitkomen. Dit
was normaal als laatste stap van de Verduntrip voorzien volgens mijn reisgids
maar, flexibel als we zijn, kan dat evengoed eerst.
Toch ook maar even checken of daar ergens een camping of camperplaats in de buurt is. En ja, er is er zowaar één in Vauquois zelf. Kan niet beter.
Toch ook maar even checken of daar ergens een camping of camperplaats in de buurt is. En ja, er is er zowaar één in Vauquois zelf. Kan niet beter.
Tot zover de theorie, over naar de praktijk van het
autorijden. In Péronne de autostrade vinden is makkelijk. Ik ben er minder
gerust in dat ik bij Reims makkelijk de weg zal vinden want, welke afrit ik ook
neem, ik moet steeds door het centrum om op de juiste weg te geraken. Ik kies
er voor om de laatst mogelijke te nemen, dan moet ik enkel de rand van Reims
hebben. Die keuze blijkt me wel een extra stuk péage te kosten, maar soit.
Die rand gaat ook niet zo heel vlot. De namen van gemeenten
die ik op mijn gidsblaadje geschreven heb komen nergens op de wegwijzers voor.
En ik kan niet snel even de kaart nemen om degene die er wel op staan op te
zoeken. Het is bovendien redelijk druk, dat wordt dus een stukje zweten,
ondanks de airco.
Eens ik wat uit de drukte ben, kan ik me eindelijk even aan
de kant zetten. Ik zit op een niet gepland stuk weg die evenwel verder toch op
de voorziene weg uitkomt. Wat omweg, maar het valt al bij al nog mee. Ik rij
dan ook rustig verder op een niet drukke, goede D-weg, met cruise control op en
genietend van het mooie, golvende, rustgevende landschap.
Ik zet me nog af en toe eens aan de kant om dat er zaken
aangekondigd worden langs de weg die ook wel interessant kunnen zijn en kijk of
die in mijn weg passen. Sommige wel en andere doe ik passen door de weg te
veranderen. Daardoor kom ik wel niet meer door een grotere gemeente en ik was
van plan daar iets te eten te zoeken. Maar ik ga niet van honger sterven, kan
altijd zelf iets klaarmaken (al heb ik daar eigenlijk helemaal geen zin in).
Nu ja, dat zijn zorgen voor later. Zou al te gek zijn om
zaken waar ik (bijna) voorbij kom niet te gaan bekijken.
Zo passeer ik door Suippes (herinner ik me uit “Ten Oorlog”
op TV) en is onder andere een Amerikaans memorial en dito kerkhof aangeduid.
Jammer genoeg staan er nooit afstanden bij op die wegwijzers. Ik volg een
beetje de richting en kom uiteindelijk in Varennes en Argonne. In tegenstelling
met alle andere dorpen waar ik doorkwam leeft hier precies nog iets en iemand.
Nu het is vrijdagavond, ook in Frankrijk begint dan het weekend zeker? En het
is bovendien een beetje een grotere plaats. Misschien vind ik hier nog iets om
te eten? Hmmm. Er is nog wel een en ander open maar overal lijkt het vooral het
jonge volk te zijn dat het weekend inzet. Voel er niet veel voor om daar als
vreemde eend te gaan tussen zitten.
De pijlen van dat Amerikaans geval blijven maar verder
wijzen en ik geef het op. In Varenne is blijkbaar ook een museum. Ik besluit om
morgen maar terug naar hier te keren. Ben moe en het is al na achten.
Naar Amerikaanse traditie veel groter dan nodig is maar het
heeft wel iets, zeker in het oranje kleurende licht van de ondergaande zon. Ik
wordt dus weer even stil en rustig (nee, ik was dat niet), neem wat (veel te
veel natuurlijk) foto's in de wellicht ijdele hoop de sfeer en mijn stemming te
kunnen vangen. Iets wat geldt voor bijna alle foto's die ik neem vrees ik.
Maar dus op naar Vauquois. Plan: parking zoeken , potje
koken en slapen. Die verdwenen heuveltop (waar het oude dorp lag) bezoek ik
morgen wel. Het nieuwe dorpje hebben ze aan de voet van die heuvel aangelegd na
WOI.
Ik verwacht een uitgestorven boerengat – begrijp dan ook
niet dat hier een camperplaats is – maar tot mijn verwondering leeft het gat.
Het is maar enkele huizen groot, met een duidelijk oversized Mairie (Amerikanen
zijn hier geweest zeker?). Er wordt wel een nieuwe verkaveling aangelegd, klein
maar toch. Er spelen kinderen met hun fiets in de straat en ik hoor nog ergens
lawaai van mensen.
Ik parkeer me op de ,eerder kleine maar propere,
gemeentelijke parking die inderdaad aangeduid is als camperplaats begot. Ik heb
die helemaal voor mij alleen en kan dus rustig een min of meer plat plaatje
zoeken. Lukt niet helemaal maar zal wel niet uit bed vallen.
Vooraleer aan eten te beginnen wil ik toch even rondkijken,
dat mensenlawaai maakt me nieuwsgierig. Ik zie een wegwijzer(tje) naar chambres
d'hotes en zowaar een soortement restaurant dat nog open is. Lawaai komt
trouwens uit hun tuin waarin een zwembad is dat druk gebruikt wordt.
Het is geen geweldige kaart maar ik moet toch zelf niet
koken. Ik doe wild (woeha!) en bestel ook een aperitief, kies voor de quiche
Lorraine, ben nu eenmaal een beetje in de streek. En, al is het er
waarschijnlijk één uit den Aldi, hij smaakt me toch. Zeker met het verse
slaatje die er bij is. Gezien ik nog geen goesting heb om op te stappen pak ik
er ook nog maar een dessertje bij – een simpele pannenkoek met suiker. En ook
die smaakte me. Ondertussen zijn er nog klanten binnengekomen en terwijl ik
mijn pannenkoek met smaak verorber, valt de pas aangekomen dame-klant pardoes
door haar stoel. Uit het geratel van de uitbaatster leid ik af dat het nieuwe
zijn en een slechte levering (te goedkoop waarschijnlijk?) en er staan er al
twee zo aan de kant. Eigenares is er druk over aan het klagen, tussen het
verontschuldigen door.
Ik zit ook op zo eentje en precies wat minder op mijn gemak
en vraag de rekening, een simpele 12 euro. Loop nog even door het dorpje om
me mentaal klaar te maken voor het slapengaan (en als je dat niet gelooft maak
ik je wel iets anders wijs). Bekijk nog even de kaart voor morgen (want ik wil
dat verdomde Amerikaans memoriaal vinden), gebruik voor de eerste keer de
buitenafdekking voor de cabine (hier ziet niemand me klungelen) en trek me
terug in mijn rijdend huisje.
Toch nog geen zin om te gaan slapen. Kijk nog filmke (Cat
Ballou, heerlijk ouderwetse komische western) en ga dan uiteindelijk toch maar
slapen (want ik was moe, remember).
Sta toch wat schever dan ik dacht maar leg me dan maar wat
diagonaal, alleen zijn heeft ook zijn voordelen.
Val uiteindelijk in slaap maar wordt even later terug wakker
van knarsend grind onder autobanden en slaande deuren. Probeer buiten te loeren
maar zie niks, sta slecht opgesteld daarvoor en is bovendien stikdonker. Ben er
toch niet helemaal gerust in (wie moet er hier nu in godsnaam 's nachts op zo'n
prutsparking zijn?). Realiseer me opeens dat ik de deuren van de cabine niet
terug gesloten heb na aanbrengen van de ruitbedekking (die deuren gaan anders nooit
open). Snel uit bed, deuren sluiten en overal eens door ramen loeren maar niks
te zien. Frank begint te vallen dat er eerder ook nog een andere auto op de
parking stond. Zal dus wellicht die geweest zijn dat ik heb horen vertrekken.
Probeer mezelf daarvan verder te overtuigen zodat ik kan
slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten