maandag 8 juli 2013

We vertrekken in etappes

Zondag 07/07/2013
De eerste reis die ik alleen onderneem begint, zoals enigszins te verwachten was, met wat vertraging. Iets anders zou pas verwonderlijk zijn J.
Maar het was veel te warm om me te haasten. Het weer, dat had ik in elk geval al mee.

Het is sowieso een start in stapjes. Ga eerst langs bij een ex-collega die er maar niet in slaagt om zijn ipad treffelijk in gang te krijgen. Hij heeft het ondertussen klaar gespeeld om ook de mailinstellingen op zijn PC ook naar de knoppen te helpen J.
Bedoeling was daar kort na de middag aan te komen (zo tegen de koffie) maar het werd dus eerder tegen 16u. Nu, koffie –en een taart – was er toch.

Het terug op poten zetten van zin PC bleek een hele klus. Ander mailprogramma gekozen en dat leek eerst te werken maar opeens niet meer. Uiteindelijk ontdekt dat zijn wifiantenne – of toch de software ervan – telkens de verbinding verloor/verbrak. Dan maar D-link er af gegooid en gewoon Windows laten doen en opgelost.
Op de ipad ook wat gesukkeld voor zijn mail maar het kwam tenslotte toch in orde (hoop ik toch)
Nog een Apple-ID versieren, die kreeg ik via een omwegje aan de praat zodat hij toch ook al wat appkes kon downloaden.

Ondertussen hadden we wel al kip gegeten maar was het ook 22u geworden.... Van een uitgestelde start gesproken.
Ze boden aan om daar te blijven slapen (tenminste voor hun deur want ze zaten in verbouwingswerken) maar wou meer het gevoel hebben van "vertrokken" te zijn. Daarbij had ik de nabijheid van de Franse grens in gedachten.
Dus toch nog vertrokken (zonder extra watervoorraad vanwege dezelfde verbouwingswerken) , met nog een stopje te Lichtervelde om wat extra cash af te halen.

Had het idee om bij Vanomobil in Wevelgem te gaan staan. Heb die camperplaats al eens gebruikt en ligt net aan afrit E403, prima om de volgende morgen, de Duitsers achterna, Frankrijk binnen te vallen.
Helaas, de plaats was al overbevolkt. Dan maar 200m verder op parking van Lidl gaan staan.

Maandag 08/07/2013


Goed geslapen – iets te lang eigenlijk.

Bij het buitenkomen was ik een beetje verbaasd bij wat ik zag. Net naast de wagen, op de stoep naast de parking, stond er warempel een baby-klaproos tussen de straatstenen. Nu weet ik wel dat klaprozen pioniersplanten zijn (voor de niet kenners: planten die het eerst een braakliggend stuk grond bevolken) maar dat zich dat hier tussen de betonstenen had weten te wurmen vond ik toch speciaal, zeker gezien het doel mijn reis.

 
En gezien de winkel al open was, er ook nog ff binnen geweest (ons kent ons). Had toch nog water nodig. Brood ook, alleen ben ik dat daar vergeten te kopen :-P. Dus wat verder nog even een bakker gezocht en een Zeeman om een lichtere dekbedovertrek. Gebaseerd op de ervaringen van mijn vorige weekends, gebruikte ik immers nog steeds een flanellen. De voorbije nacht had me echter geleerd dat dit te warm kon zijn.

Had gerekend om de zondagavond nog wat te lezen in voorbereiding van de trip maar door de computerperikelen was dat niet meer gelukt. Op de Wevelgemse parking dan nog maar eens rap in boeken en kaarten geloerd en besloten om nog even in de Standaard boekhandel in de buurt een detailkaart te halen van de streken waar ik moest zijn. Ik heb wel een kaartenboek van heel Frankrijk maar de plaatsen die ik nodig had bleken weer allemaal op de scheiding van de pagina’s te liggen, typisch. Vond in de winkel trouwens meer gedetailleerde kaarten 1/100 000 wat zeker van pas zou komen.


Het boek dat ik enkele weken geleden kocht (Onder ogen zien – naar de slagvelden van WO I) bleek een hele grote hulp. Uiteindelijk beslist om gewoon 3 autoroutes die er in beschreven staan te volgen en hier en daar aan te vullen met wat ik al elders vond aan documentatie.

 
 

Met nog wat extra vertraging dus toch nog op pad geraakt. Geen haast, het is vakantie nietwaar?

Richting slagvelden – of misschien beter – slachtvelden....

Bedoeling is om de eerste route – Herdenken in schoonheid – af te werken en dan door te rijden naar de start van de volgende om daar te overnachten. Weerom zal blijken dat dat te optimistisch is. Niet alleen door het latere vertrek maar vooral omdat ik langer op de sites blijf dan verwacht (en sommige van die sites verdorie reeds om 17u dicht gaan).

Ondervind meteen dat weg uitstippelen, zoeken en kaartlezen niet altijd zo simpel is als je helemaal alleen in de wagen zit. Zeker voor zo'n twijfelaar met kort geheugen gelijk ik. Maar soit, wat is, is en ik moet het er mee doen.
Met de nodige stops – om toch nog even de beschrijving en de kaart te checken (leve die op schaal 1/100.000) – het Canadian National Vimy Memorial bereikt. Ik parkeer me op de bij het monument voorziene parking.

Een indrukwekkend monument, dat alvast. Het verklaart ook de titel van deze route, "herdenken in schoonheid". Ik heb inderdaad al lelijkere dingen gezien.

Ik doe braafjes wat het boek me zegt en ga eerst naar het bezoekerscentrum wat verderop. Alleen had ik niet goed gelezen wan in het boek staat dat ze tot daar rijden. Dat "wat verderop" blijkt een redelijke wandeling te zijn en ja hoor, ook bij dat bezoekerscentrum is een parking verdorie. Nu, wandelen is gezond en goed voor de lijn. De weg is grotendeels overschaduwd door de aangeplante Canadese dennen wat de warmte best draaglijk maakt. Volgens de reisgids zou hier een Canadese den geplant zijn voor elke in Europa gesneuvelde Canadees maar dat wordt later door de gids-student tegengeproken.

De wandeling leert me ondertussen wel al iets. Men heeft het terrein – op het bomen planten na – zo veel mogelijk bewaard zoals het was. Je ziet duidelijk het patroon van de loopgraven en de restanten van kraters en "shellpits". Op vandaag mooi glooiend en begroeid met gras. Het schaduwspel van de bomen en de glooiingen geeft het een zekere rust en sprookjesachtige schoonheid. Ik doe een poging om die te vangen in foto's maar twijfel of dit het gewenste resultaat zal geven.

Ik probeer het me ook voor te stellen als kaalgeslagen landschap vol brokstukken en modder en lijken (met ratten en kraaien...) en huiver lichtjes. Wat doen mensen elkaar toch aan en waarom in godsnaam?

Het is een gedachte die nog vaak zal binnensluipen. Meer dan bij het zicht van de vele kerkhoven, zoals we die ook bij ons kennen in de Westhoek. Die wijzen al evenzeer op de waanzin van de slachting die WOI was. Maar dit is anders, tastbaarder.

En het wordt nog erger...

 
In het bezoekerscentrum wordt iedere bezoeker (zelfs ik J ) vriendelijk begroet door een Canadese student. Ik verneem er dat er om 16u nog een geleide rondleiding is op het domein en geef me uiteraard op om die mee te volgen. Ik heb nog ruim een uur te vullen voor die van start gaat en ga eerst het bezoekerscentrum rond en het monument van dichtbij gaan bekijken.

Wat meteen betekent dat ik de hele wandeling terug mag doen, in speedtempo om alles op tijd te kunnen doen. Een uur is veel en weinig tegelijk en die gidstoer wil ik niet missen. Lijn, gezondheid en conditie kunnen er maar wel bij varen.
Bij de mobilhome zorg ik eerst dat ik het verloren vocht terugwin (met water wel te verstaan) en trek ook beter wandelschoeisel aan.

Het Memoriaal is, zoals gezegd, indrukwekkend. Het bestaat uit twee enorme zuilen waarin figuren gebeeldhouwd zijn die vrede en gerechtigheid, waarheid en kennis uitbeelden (ik geloof de reisgids) Ook er omheen staan nog gebeeldhouwde figuren. Waarvan één, een vrouw aan de achterzijde, het treurende Canada voorstelt. Ze kijkt uit op de vlakte van Douai, een verbluffend uitzicht. Echter ook een uitzicht waarvoor 3500 Canadezen het leven lieten bij de verovering van deze Vimy-ridge.

Het monument is het winnend ontwerp van een wedstrijd. Het was de bedoeling eenzelfde herdenkingsmonument op alle Canadese sites te plaatsen. Het duurde echter 11 jaar om dit hier te bouwen. Voor de andere sites werd dan maar een "simpeler" ontwerp gekozen. De tweede in de wedstrijd, "the brooding soldier" werd trouwens ook maar eenmalig uitgevoerd, in Sint-Juliaan in de westhoek. Bij een eerdere wandeling daar in de buurt ben ik er al langsgekomen. Ook monumentaal, groot en mooi maar het kan niet tippen aan dit, alleen al omwille van de omgeving.

 
De witte steen schittert in het felle zonlicht en maakte het moeilijk om er lang naar te kijken. Ook de foto's zullen wel op niet veel trekken maar soit, ik heb het gezien en zal het niet licht vergeten.

Men voelt zich vreemd op zo'n plaatsen. Allé, ik toch. Al zie ik bij de andere bezoekers toch ook dat schroom, dat respect (schoolkinderen niet te na gesproken, ik zal me nog halvelings ergeren aan hun luidruchtigheid op andere plaatsen en tijdstippen).

Een mens staat er bij stil en zou begot de klok uit het oog verliezen. Tijd om terug naar het bezoekerscentrum te gaan – te rijden deze keer.
Op de parking word ik er door een Securitasser vriendelijk maar beslist op gewezen dat de parking wel degelijk sluit om 17u.
Weeral tijdsdruk, wat voor vakantie wordt dit? :-)

Het domein bevat nog vele van de ondergrondse tunnels die indertijd uitgegraven werden en waarvan een deel te bezoeken is, enkel onder begeleiding uiteraard. Deze “underground” liep 2,5 km verder naar de achterliggende linies, 10m en meer onder de grond (om veilig te zijn tegen granaatinslagen), uitgegraven en -gehakt in de kalksteen.

Ze werden gebruikt voor transport van materiaal, mannen en munitie naar de loopgraven in de frontlijn (en gewonden en doden in de andere richting). Dat loopgravenstelsel is trouwens ook deels bewaard en tijdens het einde van de rondleiding gaan we ook deze door, zowel de Brits-Canadese als de 25m (!) verderopliggende Duitse.

De onderaardse gangen waar we doorlopen zijn wat aangepast vergeleken met 100 jaar geleden: ze werden iets properder afgewerkt en ongeveer dubbel zo breed gemaakt. Er is één doorsteek origineel (= smal en ruw) gelaten. Daar gaan we door om van richting te veranderen – er gold en geldt hier éénrichtingsverkeer. En ik ben blij dat ze de rest van de gangen aangepast hebben....
Voor enkele seconden doen ze even (aangekondigd evenwel) het moderne licht uit en kan je zien met welke verlichting ze het indertijd moesten doen. Brrrr.

Het is best dat we het bezoek doen bij mooi en droog weer. Hier en daar liggen toch nog plassen, het is er kil en klam. Welkom voor wij die uit de zomerwarmte komen. Maar weerom huiver ik – ditmaal ook letterlijk – bij de gedachte hoe het toen moest geweest zijn, in de winter, tussen de ratten, vlooien en luizen, in wekenlang gedragen uniformen, gepakt en gezakt, in gangen half zo breed, dubbel zo donker... Zoals ik al eerder opmerkte, het maakt de ellende tastbaarder.

We verlaten de tunnels via dezelfde opening die de Canadese soldaten indertijd namen om hun aanval in te zetten, nadat ze 12 tot 36 u in de gangen hadden staan wachten (!!). Wij gaan langs een stevige stenen trap. Zij moesten het in een modderige helling met een touw als hulp doen.
Als ik langzaam boven kom valt de hitte terug op mijn schouders en maakt de confrontatie met de omstandigheden waarin ze indertijd moesten leven nog sterker.

We komen in de loopgraven terecht die bewaard en geconserveerd zijn. Met betonnen "zandzakjes" en betonnen loopladders, ik denk ongeveer zoals de dodengang in Diksmuide aangekleed is (die ik nog altijd niet bezocht heb, schande, moet ik dringend doen). Terug, wij mooi in het zonnetje, luisterend naar een uitleg van de gids, op ons gemak rechtopstaand, rondkijkend. Er kan wellicht geen groter contrast zijn met 100 jaar geleden.

Als afsluit worden we nog gewezen op de kraters van de mijnen die ze ook hier lieten ontploffen als inzet van de aanval. Daar grazen nu rustig schaapjes in.


We bedanken onze gids – met dezelfde naam als de mijne – en zien dat het 10 voor 5 is. Geen tijd dus om verder te laten bezinken maar hurry naar de parking voor ze poort dicht doen (ze zijn er al mee bezig). Hier blijven kamperen moet je zeker niet proberen.

Niet alleen de parkings bij het bezoekerscentrum en die bij het monument worden afgesloten, ook de toegang naar de kerkhoven die ik nog wou bezoeken op deze site is reeds afgesloten.
Changing of plan dus en de weg uitgezocht naar Notre Dame de Lorette, volgende halte van deze route. In de hoop dat dit wel nog open is.

Heuvel af, heuvel op, met vele bochten, geraak ik zonder fouten of ongelukken aan mijn bestemming: de Nécropole van Notre Dame de Lorette.

Hier was vroeger een bedevaartsoord en tot 1915 stond hier een kapel voor Onze Lieve Vrouw. Gezien die kapel bovenop een heuvel lag en dus groot strategisch belang had is het verwonderlijk dat ze het tot 1915 uitgehouden heeft.

In elk geval een plaats waar veel en hard voor gevochten werd.
Even rondkijken leert waarom. Wie hier controle had, controleerde meteen de ruime omgeving.
Je kan er ook de top van het monument van Vimy-ridge zien schitteren in de zon op de heuvel aan de andere kant van het dal waar nu een snelweg door loopt (vloekt een beetje met het landschap).

Deze bedevaartsplaats werd door de Fransen uitgekozen voor één van hun verzamelkerkhoven. In tegenstelling tot de Common-Wealth troepen die hun begraafplaatsen meestal aanlegden dicht bij de plaats waar gevochten en/of gestorven werd, brengen de Fransen hun gesneuvelden samen op grote kerkhoven.
En groot is het zeker... In schijnbaar eindeloze rijen staan de wit-gele kruisjes van 20 000 individuele graven in de avondzon. In 8 massagraven liggen nog eens een kleine 23000 onbekende soldaten.

Er werd een nieuwe kapel (eerder een kerk) gebouwd op de site + een vuurtoren. Je wordt er verwelkomd door de "Garde d' Honneur". Ik merk een 10-tal mannen op, keurig in het pak met tricolore armband en alpinopet. Ze bewaken de stilte en het respect op de begraafplaatsen en ossuaria en helpen wie op zoek is naar iemands graf.

Er is blijkbaar ook een computer ter beschikking voor opzoekwerk. Ik wordt daar tweemaal naar verwezen omdat ze denken dat ik naar iemand speciaal op zoek ben. Ik wandel immers, zoals ik steeds zal doen, ongeveer het hele kerkhof af en blijf hier en daar even stilstaan om namen, regimenten en data te lezen. In mijn beste Frans leg ik mijn bedoeling uit en dat zorgt meteen voor hun interesse. Feit dat ik Belg ben (de term "Vlaming" ontgaat hun blijkbaar) brengt het gesprek automatisch naar Ypres, Porte de Menin en The last Post.
Eentje meent zelfs uit mijn accent te kunnen afleiden dat ik uit de streek van Roulers kom, strange…

 
Maar ook hier weer dat vreemde gevoel. Afkeer, colère, onbegrip voor zoveel onnodig en onmenselijk geweld en leed.

De leden van de "Garde" wijzen ook op het belang van levend houden van de gedachtenis, omdat men “niet zou vergeten” en “het nooit meer zou gebeuren”... Ik geef hen gelijk maar besef tegelijkertijd dat de werkelijkheid anders is. Na de eerste wereldoorlog kwam de tweede en sedertdien is er altijd wel ergens gevochten. Misschien niet meer op deze schaal en met wat meer "militair inzicht" (want dat ontbrak toch zeker bij de bevelhebbers in WOI - al is het makkelijk praten achteraf) maar stoppen doet het dus niet. Nooit ?

Ik bezoek nog snel het museumpje op de eerste verdieping van de vuurtoren en verlaat het enorme kerkhof net voor sluitingstijd (18u25), ook hier is men de poort al aan het sluiten. Ik ga aan de overkant naar het panorama kijken om de dag te laten bezinken. Zo merk ik nog de ruïne van een kerk in de diepte.


Er zou hier ook een bar restaurant zijn naast het kerkhof met een museumpje dat nog de moeite waard zou zijn. Was van plan om daar naar toe te gaan en daar iets te eten maar heb het wat gehad voor vandaag.
Twijfel wat ik ga doen. Zoals voorzien doorgaan richting tweede route of hier blijven voor de nacht en morgen nog proberen dat bar-restaurant-museum te bezoeken en de gemiste kerkhoven op Vimy-ridge. Raak er niet direct uit.

Besluit alvast mijn eigen potje te koken. Met aan de voorkant zicht op het kerkhof waar de zon steeds andere patronen van kruisjesschaduwen op het gras tekent.

Bij het verorberen van mijn onuitgegeven versie van een omelet beslis ik uiteindelijk toch om hier te blijven en morgen minstens nog eens terug naar Vimy te rijden.
Ik verplaats de mobillhome wat zodat de takken van de bomen niet meer ritselen tegen het dak en hij ook wat platter staat. Wandel nog even langs het kerkhof en de overkant met het enorme vergezicht en verwonder me over de wagens die maar blijven aankomen en bezoekers aanbrengen. Enige wat die kunnen doen is door de poort nog even naar het kerkhof kijken. Twijfel opnieuw of het wel een goed idee – gepast – is om hier te overnachten. Maar ben moe, is hier rustig en ik blijf. Ik besluit wel nog naar "Paths of glory" te kijken. Wie de film kent, weet, hij is heel toepasselijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten