De eerste reis die ik alleen onderneem
begint, zoals enigszins te verwachten was, met wat vertraging. Iets anders zou
pas verwonderlijk zijn J.
Maar het was veel te warm om me te haasten.
Het weer, dat had ik in elk geval al mee.
Het is sowieso een start in stapjes. Ga eerst
langs bij een ex-collega die er maar niet in slaagt om zijn ipad treffelijk in
gang te krijgen. Hij heeft het ondertussen klaar gespeeld om ook de mailinstellingen
op zijn PC ook naar de knoppen te helpen J.
Bedoeling was daar kort na de middag aan te
komen (zo tegen de koffie) maar het werd dus eerder tegen 16u. Nu, koffie –en een taart – was er toch.
Het terug op poten zetten van zin PC bleek
een hele klus. Ander mailprogramma gekozen en dat leek eerst te werken maar
opeens niet meer. Uiteindelijk ontdekt dat zijn wifiantenne – of toch de
software ervan – telkens de verbinding verloor/verbrak. Dan maar D-link er af
gegooid en gewoon Windows laten doen en opgelost.
Op de ipad ook wat gesukkeld voor zijn mail maar
het kwam tenslotte toch in orde (hoop ik toch)
Nog een Apple-ID versieren, die kreeg ik via
een omwegje aan de praat zodat hij toch ook al wat appkes kon downloaden.
Ondertussen hadden we wel al kip gegeten maar
was het ook 22u geworden.... Van een uitgestelde start gesproken.
Ze boden aan om daar te blijven slapen
(tenminste voor hun deur want ze zaten in verbouwingswerken) maar wou meer het
gevoel hebben van "vertrokken" te zijn. Daarbij had ik de nabijheid
van de Franse grens in gedachten.
Dus toch nog vertrokken (zonder extra
watervoorraad vanwege dezelfde verbouwingswerken) , met nog een stopje te
Lichtervelde om wat extra cash af te halen.
Had het idee om bij Vanomobil in Wevelgem te
gaan staan. Heb die camperplaats al eens gebruikt en ligt net aan afrit E403,
prima om de volgende morgen, de Duitsers achterna, Frankrijk binnen te vallen.
Helaas, de plaats was al overbevolkt. Dan
maar 200m verder op parking van Lidl gaan staan.Maandag 08/07/2013
Goed geslapen – iets te lang eigenlijk.
Bij het buitenkomen was ik een beetje
verbaasd bij wat ik zag. Net naast de wagen, op de stoep naast de parking,
stond er warempel een baby-klaproos tussen de straatstenen. Nu weet ik wel dat
klaprozen pioniersplanten zijn (voor de niet kenners: planten die het eerst een
braakliggend stuk grond bevolken) maar dat zich dat hier tussen de betonstenen
had weten te wurmen vond ik toch speciaal, zeker gezien het doel mijn reis.
En gezien de winkel al open was, er ook nog
ff binnen geweest (ons kent ons). Had toch nog water nodig. Brood ook, alleen
ben ik dat daar vergeten te kopen :-P. Dus wat verder nog even een bakker
gezocht en een Zeeman om een lichtere dekbedovertrek. Gebaseerd op de
ervaringen van mijn vorige weekends, gebruikte ik immers nog steeds een
flanellen. De voorbije nacht had me echter geleerd dat dit te warm kon zijn.
Had gerekend om de zondagavond nog wat te
lezen in voorbereiding van de trip maar door de computerperikelen was dat niet
meer gelukt. Op de Wevelgemse parking dan nog maar eens rap in boeken en
kaarten geloerd en besloten om nog even in de Standaard boekhandel in de
buurt een detailkaart te halen van de streken waar ik moest zijn. Ik heb wel een
kaartenboek van heel Frankrijk maar de plaatsen die ik nodig had bleken weer
allemaal op de scheiding van de pagina’s te liggen, typisch. Vond in de winkel trouwens
meer gedetailleerde kaarten 1/100 000 wat zeker van pas zou komen.
Het boek dat ik enkele weken geleden kocht
(Onder ogen zien – naar de slagvelden van WO I) bleek een hele grote hulp.
Uiteindelijk beslist om gewoon 3 autoroutes die er in beschreven staan te
volgen en hier en daar aan te vullen met wat ik al elders vond aan documentatie.
Met nog wat extra vertraging dus toch nog op
pad geraakt. Geen haast, het is vakantie nietwaar?
Richting slagvelden – of misschien beter – slachtvelden....
Bedoeling is om de eerste route – Herdenken
in schoonheid – af te werken en dan door te rijden naar de start van de
volgende om daar te overnachten. Weerom zal blijken dat dat te optimistisch is.
Niet alleen door het latere vertrek maar vooral omdat ik langer op de sites
blijf dan verwacht (en sommige van die sites verdorie reeds om 17u dicht gaan).
Ondervind meteen dat weg uitstippelen, zoeken
en kaartlezen niet altijd zo simpel is als je helemaal alleen in de wagen zit.
Zeker voor zo'n twijfelaar met kort geheugen gelijk ik. Maar soit, wat is, is
en ik moet het er mee doen.
Met de nodige stops – om toch nog even de
beschrijving en de kaart te checken (leve die op schaal 1/100.000) – het
Canadian National Vimy Memorial bereikt. Ik parkeer me op de bij het monument
voorziene parking.
Een indrukwekkend monument, dat alvast. Het
verklaart ook de titel van deze route, "herdenken in schoonheid". Ik
heb inderdaad al lelijkere dingen gezien.
Ik doe braafjes wat het boek me zegt en ga
eerst naar het bezoekerscentrum wat verderop. Alleen had ik niet goed gelezen
wan in het boek staat dat ze tot daar rijden.
Dat "wat verderop" blijkt een redelijke wandeling te zijn en ja hoor,
ook bij dat bezoekerscentrum is een parking verdorie. Nu, wandelen is gezond en
goed voor de lijn. De weg is grotendeels overschaduwd door de aangeplante
Canadese dennen wat de warmte best draaglijk maakt. Volgens de reisgids zou hier
een Canadese den geplant zijn voor elke in Europa gesneuvelde Canadees maar dat
wordt later door de gids-student tegengeproken.
De wandeling leert me ondertussen wel al
iets. Men heeft het terrein – op het bomen planten na – zo veel mogelijk
bewaard zoals het was. Je ziet duidelijk het patroon van de loopgraven en de
restanten van kraters en "shellpits". Op vandaag mooi glooiend en
begroeid met gras. Het schaduwspel van de bomen en de glooiingen geeft het een
zekere rust en sprookjesachtige schoonheid. Ik doe een poging om die te vangen
in foto's maar twijfel of dit het gewenste resultaat zal geven.
Ik probeer het me ook voor te stellen als
kaalgeslagen landschap vol brokstukken en modder en lijken (met ratten en
kraaien...) en huiver lichtjes. Wat doen mensen elkaar toch aan en waarom in
godsnaam?
Het is een gedachte die nog vaak zal
binnensluipen. Meer dan bij het zicht van de vele kerkhoven, zoals we die ook bij
ons kennen in de Westhoek. Die wijzen al evenzeer op de waanzin van de
slachting die WOI was. Maar dit is anders, tastbaarder.
En het wordt nog erger...
Wat meteen betekent dat ik de hele wandeling
terug mag doen, in speedtempo om alles op tijd te kunnen doen. Een uur is veel
en weinig tegelijk en die gidstoer wil ik niet missen. Lijn, gezondheid en conditie
kunnen er maar wel bij varen.
Bij de mobilhome zorg ik eerst dat ik het
verloren vocht terugwin (met water wel te verstaan) en trek ook beter
wandelschoeisel aan.
Het Memoriaal is, zoals gezegd,
indrukwekkend. Het bestaat uit twee enorme zuilen waarin figuren gebeeldhouwd zijn
die vrede en gerechtigheid, waarheid en kennis uitbeelden (ik geloof de
reisgids) Ook er omheen staan nog gebeeldhouwde figuren. Waarvan één, een vrouw
aan de achterzijde, het treurende Canada voorstelt. Ze kijkt uit op de vlakte
van Douai, een verbluffend uitzicht. Echter ook een uitzicht waarvoor 3500
Canadezen het leven lieten bij de verovering van deze Vimy-ridge.
Het monument is het winnend ontwerp van een
wedstrijd. Het was de bedoeling eenzelfde herdenkingsmonument op alle Canadese
sites te plaatsen. Het duurde echter 11 jaar om dit hier te bouwen. Voor de
andere sites werd dan maar een "simpeler" ontwerp gekozen. De tweede
in de wedstrijd, "the brooding soldier" werd trouwens ook maar eenmalig
uitgevoerd, in Sint-Juliaan in de westhoek. Bij een eerdere wandeling daar in
de buurt ben ik er al langsgekomen. Ook monumentaal, groot en mooi maar het kan
niet tippen aan dit, alleen al omwille van de omgeving.
De witte steen schittert in het felle
zonlicht en maakte het moeilijk om er lang naar te kijken. Ook de foto's zullen
wel op niet veel trekken maar soit, ik heb het gezien en zal het niet licht
vergeten.
Men voelt zich vreemd op zo'n plaatsen.
Allé, ik toch. Al zie ik bij de andere bezoekers toch ook dat schroom, dat
respect (schoolkinderen niet te na gesproken, ik zal me nog halvelings ergeren
aan hun luidruchtigheid op andere plaatsen en tijdstippen).
Een mens staat er bij stil en zou begot de
klok uit het oog verliezen. Tijd om terug naar het bezoekerscentrum te gaan –
te rijden deze keer.
Op de parking word ik er door een
Securitasser vriendelijk maar beslist op gewezen dat de parking wel degelijk
sluit om 17u.Weeral tijdsdruk, wat voor vakantie wordt dit? :-)
Het domein bevat nog vele van de ondergrondse
tunnels die indertijd uitgegraven werden en waarvan een deel te bezoeken is, enkel
onder begeleiding uiteraard. Deze “underground” liep 2,5 km verder naar de
achterliggende linies, 10m en meer onder de grond (om veilig te zijn tegen
granaatinslagen), uitgegraven en -gehakt in de kalksteen.
Ze werden gebruikt voor transport van
materiaal, mannen en munitie naar de loopgraven in de frontlijn (en gewonden en
doden in de andere richting). Dat loopgravenstelsel is trouwens ook deels
bewaard en tijdens het einde van de rondleiding gaan we ook deze door, zowel de
Brits-Canadese als de 25m (!) verderopliggende Duitse.
De onderaardse gangen waar we doorlopen zijn
wat aangepast vergeleken met 100 jaar geleden: ze werden iets properder
afgewerkt en ongeveer dubbel zo breed gemaakt. Er is één doorsteek origineel (=
smal en ruw) gelaten. Daar gaan we door om van richting te veranderen – er gold
en geldt hier éénrichtingsverkeer. En ik ben blij dat ze de rest van de gangen
aangepast hebben....
Voor enkele seconden doen ze even (aangekondigd
evenwel) het moderne licht uit en kan je zien met welke verlichting ze het
indertijd moesten doen. Brrrr.
Het is best dat we het bezoek doen bij mooi
en droog weer. Hier en daar liggen toch nog plassen, het is er kil en klam.
Welkom voor wij die uit de zomerwarmte komen. Maar weerom huiver ik – ditmaal
ook letterlijk – bij de gedachte hoe het toen moest geweest zijn, in de winter,
tussen de ratten, vlooien en luizen, in wekenlang gedragen uniformen, gepakt en
gezakt, in gangen half zo breed, dubbel zo donker... Zoals ik al eerder
opmerkte, het maakt de ellende tastbaarder.
We verlaten de tunnels via dezelfde opening die
de Canadese soldaten indertijd namen om hun aanval in te zetten, nadat ze 12
tot 36 u in de gangen hadden staan wachten (!!). Wij gaan langs een stevige
stenen trap. Zij moesten het in een modderige helling met een touw als hulp
doen.
Als ik langzaam boven kom valt de hitte terug
op mijn schouders en maakt de confrontatie met de omstandigheden waarin ze
indertijd moesten leven nog sterker.
We komen in de loopgraven terecht die bewaard
en geconserveerd zijn. Met betonnen "zandzakjes" en betonnen
loopladders, ik denk ongeveer zoals de dodengang in Diksmuide aangekleed is (die
ik nog altijd niet bezocht heb, schande, moet ik dringend doen). Terug, wij
mooi in het zonnetje, luisterend naar een uitleg van de gids, op ons gemak
rechtopstaand, rondkijkend. Er kan wellicht geen groter contrast zijn met 100
jaar geleden.
Als afsluit worden we nog gewezen op de
kraters van de mijnen die ze ook hier lieten ontploffen als inzet van de
aanval. Daar grazen nu rustig schaapjes in.
We bedanken onze gids – met dezelfde naam als
de mijne – en zien dat het 10 voor 5 is. Geen tijd dus om verder te laten
bezinken maar hurry naar de parking voor ze poort dicht doen (ze zijn er al mee
bezig). Hier blijven kamperen moet je zeker niet proberen.
Niet alleen de parkings bij het
bezoekerscentrum en die bij het monument worden afgesloten, ook de toegang naar
de kerkhoven die ik nog wou bezoeken op deze site is reeds afgesloten.
Changing of plan dus en de weg uitgezocht
naar Notre Dame de Lorette, volgende halte van deze route. In de hoop dat dit
wel nog open is.
Heuvel af, heuvel op, met vele bochten, geraak
ik zonder fouten of ongelukken aan mijn bestemming: de Nécropole van Notre Dame
de Lorette.
Hier was vroeger een bedevaartsoord en tot
1915 stond hier een kapel voor Onze Lieve Vrouw. Gezien die kapel bovenop een heuvel
lag en dus groot strategisch belang had is het verwonderlijk dat ze het tot
1915 uitgehouden heeft.
In elk geval een plaats waar veel en hard
voor gevochten werd.
Even rondkijken leert waarom. Wie hier
controle had, controleerde meteen de ruime omgeving.Je kan er ook de top van het monument van Vimy-ridge zien schitteren in de zon op de heuvel aan de andere kant van het dal waar nu een snelweg door loopt (vloekt een beetje met het landschap).
Deze bedevaartsplaats werd door de Fransen
uitgekozen voor één van hun verzamelkerkhoven. In tegenstelling tot de
Common-Wealth troepen die hun begraafplaatsen meestal aanlegden dicht bij de
plaats waar gevochten en/of gestorven werd, brengen de Fransen hun gesneuvelden
samen op grote kerkhoven.
En groot is het zeker... In schijnbaar
eindeloze rijen staan de wit-gele kruisjes van 20 000 individuele graven in de
avondzon. In 8 massagraven liggen nog eens een kleine 23000 onbekende soldaten.
Er werd een nieuwe kapel (eerder een kerk)
gebouwd op de site + een vuurtoren. Je wordt er verwelkomd door de "Garde
d' Honneur". Ik merk een 10-tal mannen op, keurig in het pak met tricolore
armband en alpinopet. Ze bewaken de stilte en het respect op de begraafplaatsen
en ossuaria en helpen wie op zoek is naar iemands graf.
Er is blijkbaar ook een computer ter beschikking
voor opzoekwerk. Ik wordt daar tweemaal naar verwezen omdat ze denken dat ik
naar iemand speciaal op zoek ben. Ik wandel immers, zoals ik steeds zal doen, ongeveer
het hele kerkhof af en blijf hier en daar even stilstaan om namen, regimenten
en data te lezen. In mijn beste Frans leg ik mijn bedoeling uit en dat zorgt
meteen voor hun interesse. Feit dat ik Belg ben (de term "Vlaming"
ontgaat hun blijkbaar) brengt het gesprek automatisch naar Ypres, Porte de Menin
en The last Post.
Eentje meent zelfs uit mijn accent te kunnen
afleiden dat ik uit de streek van Roulers kom, strange…
De leden van de "Garde" wijzen ook
op het belang van levend houden van de gedachtenis, omdat men “niet zou
vergeten” en “het nooit meer zou gebeuren”... Ik geef hen gelijk maar besef
tegelijkertijd dat de werkelijkheid anders is. Na de eerste wereldoorlog kwam
de tweede en sedertdien is er altijd wel ergens gevochten. Misschien niet meer
op deze schaal en met wat meer "militair inzicht" (want dat ontbrak
toch zeker bij de bevelhebbers in WOI - al is het makkelijk praten achteraf)
maar stoppen doet het dus niet. Nooit ?
Ik bezoek nog snel het museumpje op de eerste
verdieping van de vuurtoren en verlaat het enorme kerkhof net voor
sluitingstijd (18u25), ook hier is men de poort al aan het sluiten. Ik ga aan
de overkant naar het panorama kijken om de dag te laten bezinken. Zo merk ik
nog de ruïne van een kerk in de diepte.
Er zou hier ook een bar restaurant zijn naast
het kerkhof met een museumpje dat nog de moeite waard zou zijn. Was van plan om
daar naar toe te gaan en daar iets te eten maar heb het wat gehad voor vandaag.
Twijfel wat ik ga doen. Zoals voorzien doorgaan richting tweede route of hier blijven voor de nacht en morgen nog proberen dat bar-restaurant-museum te bezoeken en de gemiste kerkhoven op Vimy-ridge. Raak er niet direct uit.
Twijfel wat ik ga doen. Zoals voorzien doorgaan richting tweede route of hier blijven voor de nacht en morgen nog proberen dat bar-restaurant-museum te bezoeken en de gemiste kerkhoven op Vimy-ridge. Raak er niet direct uit.
Besluit alvast mijn eigen potje te koken. Met
aan de voorkant zicht op het kerkhof waar de zon steeds andere patronen van
kruisjesschaduwen op het gras tekent.
Bij het verorberen van mijn onuitgegeven
versie van een omelet beslis ik uiteindelijk toch om hier te blijven en morgen minstens nog eens
terug naar Vimy te rijden.
Ik verplaats de mobillhome wat zodat de takken van
de bomen niet meer ritselen tegen het dak en hij ook wat platter staat. Wandel
nog even langs het kerkhof en de overkant met het enorme vergezicht en
verwonder me over de wagens die maar blijven aankomen en bezoekers aanbrengen.
Enige wat die kunnen doen is door de poort nog even naar het kerkhof kijken.
Twijfel opnieuw of het wel een goed idee – gepast – is om hier te overnachten.
Maar ben moe, is hier rustig en ik blijf. Ik besluit wel nog naar "Paths of
glory" te kijken. Wie de film kent, weet, hij is heel toepasselijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten