donderdag 11 juli 2013

Champs de Bataille de la Somme

Woensdag 10/07/2013


Gezien de lengte van de voorziene route had ik vroeg moeten vertrekken... Maar ik was niet vroeg wakker (misschien zat die wijn daar voor iets tussen?). Ik ga er dan ook maar meteen vanuit dat die derde nacht op deze camping er zeker zal komen en dat – in plaats van die extra dag te gebruiken om in de zon te liggen – ik mijn route maar over twee dagen zal verdelen. Het is vakantie voor iet.

Zo gezegd, zo gezegd en nog steeds niet gedaan want ik raak maar niet weg. Rond 11 uur rij ik uiteindelijk toch richting Serre-les-Puisieux. Volgens de gids enkel te vinden met een goede GPS of een groot oriëntatievermogen. Dus dat belooft... Temeer ik van de andere kant zal komen dan de gids beschrijft.

Maar, misschien net daardoor, heb ik geen enkele moeite om dat dorpje te vinden. De veldwegel naar het Sheffield memorial kost me iets meer moeite. Ze hebben hier in Frankrijk de slechte gewoonte om hun wegwijzers maar aan één kant te zetten. Kom je van de verkeerde kant, zie je het maar als je er voorbij bent... (en jawel, ik kwam van de verkeerde kant). De weg lijkt me net in iets te slechte staat om de mobilhome er op te sturen en ik parkeer me maar een honderdtal meter verderop aan een Brits kerkhof (er zijn er hier genoeg...). Eens in de weg blijkt dat geen slecht idee. Een dertigtal meter ver in de wegel (Waarom hier ???) staat er een bord met de mededeling dat deze weg vooral gebruikt wordt voor landbouwvoertuigen, door landbouwers vaak afgesloten wordt, niet geschikt is voor bussen (Engelse dan normaal, er zijn er daar ook genoeg van hier), er niet kan gekeerd worden en dat het memorial zo'n 200 m verderop is.

Ikke dus blij dat ik dat helemaal alleen ook bedacht had.


Alleen... bleek het een lange 200m, in volle middagzon en lag er na 300 m (schat ik) nog een kerkhof (met strook om te parkeren/keren, grrr). Nu ja, gezondheid, conditie en de lijn nietwaar ?


Dit was het meest noordelijke punt van de aanval op 1 juli 1916, de start van de Big Push van Sir Douglas Haig. Den onnozelaar. Het werd, zoals ik ondertussen al ettelijke malen las en hoorde, eerder de big slaughter.

 Het Britse leger was hier samengesteld uit vrijwilligers (Kitcheners Army), onderverdeeld in "pal”battallions. Wie samen tekende mocht samen vechten, da’s plezanter (sic). Op dit punt vertrokken dus allemaal mannen uit Sheffield en Accrington. Het grote merendeel liet die dag een weduwe of treurende ouders achter.

Ook in dit kleine memorial zijn de loopgraven en kraters min of meer bewaard en krijg je wel een idee van waaruit ze moesten vertrekken en zie je nog beter waar ze verondersteld werden naar toe te gaan... Welke generaal of strateeg ooit dacht dat dat kon lukken... geen idee. (wel een idee, staat in de geschiedenisboeken maar dat noem ik geen generaal maar een gestoorde zot).

Aan die verste bomenrij moesten ze geraken, mijne frak...
Ik neem de tijd om de omgeving in me op te nemen en probeer me er weer van alles bij voor te stellen.
Een gedachte die me daarbij meermaals overvalt is dat dit eigenlijk best wel een mooie streek is. Niet echt iets speciaals maar gewoon, mooi. Glooiend, met afwisselend bosjes en veel akkerland. Het landschap straalt een soort rust uit.
Hoe kan dat dan ooit het toneel geworden zijn van zoiets onmenselijks. Waarom wou men precies hier die "grote doorbraak" forceren? Dit lijkt me daar een heel moeilijk terrein voor, constant op en neer, tijdens de oorlog kapotgeschoten en -geregend...



Ik vind het steeds absurder (voor zover dat nog kan) en misdadiger. Maar dat schreef ik al eerder dacht ik (en als ik het niet al schreef dan dacht ik het al)

 
Op naar de tweede halte: Sunken Lane in Baumont-Hamel. Een holle weg die tot dicht bij de Duitse linies liep en zo een ideale vertrekbasis was voor de aanval. Of dat had moeten zijn.
De grote mijn, die de Duitse eerste linies had moeten wegvegen, ontplofte 10 minuten te vroeg (niet per ongeluk maar omdat ze het niet eens werden over wanneer dat best gebeurde... ???)

Gevolg: alle Duitsers wakker (behalve degene die net boven die mijn lagen, die werden nooit meer wakker). Daardoor hadden ze de tijd om de krater te bemannen en daar mitrailleurnesten op te stellen. Gevolg: Er bleef van de Lancashire Fuseliers niet veel over.
Zei ik al dat het steeds absurder werd?

Nu ja, je weet op voorhand dat de Sommeslag geen happy verhaal is. 1 juli 1916 staat niet voor niets bekend als de bloedigste dag in de geschiedenis van het Britse (Gemenebest) leger.

Ook hier weer dat vreemd – ergens verkeerd aanvoelend – gevoel van schoonheid van de locatie. Ik blijf er lang hangen. Niet alleen omdat ik maar de toegang tot die krater niet vind of dat die auto met Britten die kort na mij aankwam maar niet wil vertrekken zodat ik nergens een treffelijke foto kan nemen omdat ofwel de twee uitgestapte mannen in de weg lopen of de twee vrouwen die bij de auto blijven hangen in de weg staan :-).
 

Om één of andere reden wil ik alleen zijn op die plek. Het nabijgelegen – kleine – kerkhof bezoek ik uitgebreid en iets doet me daar toch in het register schrijven, wat ik normaliter overbodig vind.


Uiteindelijk vertrekken de Britten en ik blijf nog even mijmeren. Pluk een poppy (die hier weelderig groeien tussen het koren en het koolzaad) om op het kerkhof te leggen. En ook nog een om te proberen te drogen en mee te nemen naar huis.

Door daar te blijven hangen mag ik het zeker vergeten om de route op 1 dag rond te krijgen. Maar het was het meer dan waard.




Hoofdbrok en meteen sluitstuk van de dag wordt het Newfoundland Memorial Park. Ook weer onderhouden en "uitgebaat" (al klinkt dat woord te negatief maar ik vind er geen ander) door Canada – waar Newfoundland ondertussen deel van uitmaakt – en is de gidsing in handen van Canadese studenten.

Ik ben er rond half 3, ook hier sluit de parking weer om 17u en de eerstvolgende guided tour is om 16u. Dat wordt dus gegarandeerd weer rennen. Nog anderhalf uur, voor de toer start, te vullen. Geen nood het domein is groot genoeg om al deels alleen te gaan verkennen. Te groot zelfs want ik raak niet rond voor 16u en ik moet al rennen om op tijd aan het bezoekerscentrum te zijn.



Ook hier zijn, net als op Vimy-ridge, de loopgraven bewaard. Zowel de Britse als de Duitse maar over een veel groter terrein.

De gids (ze heet Annabelle) kwijt haar grondig van haar taak. Het verhaal herhaal ik niet, het is hetzelfde als op alle sites in de Somme op 1 juli 1916: De geallieerden gaan "over the top" en worden weggemaaid, aangevuld met misverstanden, verkeerde inschattingen, arrogantie, verkeerde - slechte en/of onmogelijke communicatie, enz...
Ze wijst ons ook op een "détail": hoe dicht de grafstenen hier bij mekaar staan. Op één kerkhof hebben ze zelfs telkens twee namen op één zerk moeten zetten. Ze tegen elkaar zetten was al niet meer genoeg.


Annabelle kwijt haar zelfs zo grondig van haar taak dat haar tour uitloopt en ze niet de volledige ronde kan afwerken. Dus ja, ik moet hollen om de mobilhome buiten de parking te krijgen. Het domein zelf blijft wel nog open en daar maak ik dankbaar gebruik van. Het stuk waar ik nog niet kwam (niet alleen en niet met de gids) ga ik nog bekijken en laat de boel even bezinken.



Heb ondertussen ook een WOI-locatie erbij in België om te bezoeken. De Newfoundlanders streden blijkbaar ook, bij de slag om "Courtrai" en daar zou ook ergens zo'n Kariboe (embleem van NFL) moeten staan, op te zoeken.





Daarmee zit deze dag er weer bijna op. Terug naar Albert en zijn camping Vélodrôme. Onderweg vang ik al een glimp op van het programma van morgen (en ik probeer er ook een foto van te nemen al zal die niet al te goed gelukt zijn vrees ik).

Eerst nog iets te eten zoeken, wat moeilijker blijkt dan gedacht. Uiteindelijk maar aan een soort frietkot een pitaschotel besteld en in de mobilhome (die een heel eind verder weer aan het station met dat vliegtuig geparkeerd stond) opgegeten. Was nog lekker ook.

Terug op de camping het zweet en stof nogmaals afgespoeld en niet veel meer gedaan. Geen wijn ditmaal, wel een whiskey (of 2) en terug een film. Om in de sfeer te blijven: "van het westelijk front geen nieuws". Niet de versie die ik kende (met John Boy Walton voor wie zich nog dat feulletonneke herinnert) maar een vroegere zwart-wit versie. Wat gedateerd misschien, zowel de montage, acteerprestaties als de actiescènes maar misschien net daarom pakkender.

Om 11uur ís die bekeken en hóúd ik het voor bekeken. Op naar bethlehem (bed, voor alle duidelijkheid  ).

Donderdag 11/07/2013


Vlaamse Feestdag vandaag, maar er eigenlijk niet bij stilgestaan. Denk er maar aan nu ik deze titel typ.

Het weer lijkt omgeslagen, is bewolkt, de wind nog even fris als vorige dagen. Waar dat de vorige dagen welkom was (overdag toch) maakt die het nu wat onaangenaam.


Doordat ik enkel rest van programma van gisteren moet afwerken is er geen haast. Ik besluit eindelijk aan mijn gepland dagboek te beginnen terwijl ik mij nog een en ander herinner. Wat je over de eerste drie dagen kan lezen wordt dus deze voormiddag geschreven. Dat herinneren blijkt trouwens nogal mee te vallen, wordt wellicht zelfs te uitgebreid. 

Ik moet het schrijfwerk noodgedwongen afbreken rond 14 u, anders wordt het straks weer haastwerk.
De zon is er ondertussen weer doorgekomen – de wind is terug verfrissend – en ik vertrek vol goede moed.

Opnieuw volg ik de route in omgekeerde richting wat er uiteraard weer voor zal zorgen dat ik hier en daar een wegwijzer mis. Nu, dat weet ik ondertussen en ik maak me er zeker niet druk om :-).


Eerste stop is het Brits-Franse Thiepval Memorial. Een soort Menenpoort te velde maar dan lelijker. Het is enorm maar lijkt eigenlijk op snel op elkaar gezette duplo®blokken. Ze zijn ook aan de renovatie bezig voor volgend jaar en het verliest daardoor toch een beetje van zijn impact.

Het feit dat ze ook hier weer een aantal bussen Britse schoolkinderen gelost hebben maakt het er voor mij ook niet beter op . Een beetje ingetogenheid moet je van zo'n jonge mensen nu eenmaal niet verwachten. Enfin, het feit dat ze het verleden op die manier niet vergeten is ook al iets. Al hoop ik toch dat er wat meer blijft van hangen dan hoe de geweren er uit zagen en hoe je iemand met een bajonet moet doorprikken (wat ik er enkele zag oefenen in het grasveld naast het monument...)


Al bij al blijft het wel een indrukwekkend gevaarte. Net als bij de Menenpoort en andere memorials die ik al bezocht staan ook hier de namen gebeiteld van alle manschappen die ze tijdens de slag om Somme zijn kwijtgeraakt en nooit meer hebben teruggevonden. Netjes opgelijst volgens de sector waar ze verdwenen. En het zijn er veel, veel te veel te veel te veel.
Voor de cijfertjes: meer dan 72000 namen waarvan mogelijk ergens te velde een graf is van "a soldier of the great war, known unto God".

Dat ergens te velde mag je trouwens letterlijk nemen. Net als de westhoek is de streek hier bezaaid met Common Wealth Cemeteries. Alleen, bij ons liggen die meestal nog ergens langs een weg(getje). Hier liggen die heel vaak gewoon midden de velden. Er loopt dan wel mooi een pad naartoe met gemillimeterd gras, op zijn Brits.


Van het mastodont gedenkteken naar een kleiner, de Ulster Tower. Opgericht voor de Ierse brigade die hier ook streed op die eerste juli en als een van de enigen hun objectief konden bereiken, zij het met grote verliezen. Omdat de rest nergens geraakte en ook hun versterkingen niet meer doorkwamen moesten ze hun veroverde positie echter dezelfde nacht weer opgeven en terugkeren naar de plaats waar ze om 7u30 's morgens vertrokken waren.

Had ik het al over absurd en zo?


De toren zelf is een gebouw dat achteraf is opgetrokken als gedenkteken en is een kopie van de toren die stond op het domein in Ierland waar ze hun training kregen voor ze naar Frankrijk verscheept werden. Mooi torentje maar eigenlijk wat weinigzeggend, “zonevreemd” zou je het kunnen noemen.

De site wordt in de reisgids aangeraden als een goede plaats om te picknicken (!) en dat is het eigenlijk ook. De drie bussen Britse schoolkinderen die ook daar weer aankomen maken daar trouwens gretig gebruik van. Zelf koop ik er een ijsje.

Wat daar ook te krijgen is de DVD die door het Britisch Historical Museum werd uitgebracht naar aanleiding van de honderdste verjaardag van WOI. Een geremasterde versie van de – origineel in 1916 gemaakte en in de bioscoop vertoonde – film van Geoffry Malins. Bevat grotendeels origineel geschoten beelden - onder andere van net voor de start van de aanval in Sunken Lane. Hier en daar werd het aangevuld met geacteerde beelden (in 1916). Veel fragmenten die gebruikt worden in documentaires of hier in de memorials komen uit deze film. Ik was van plan die film op internet te zoeken en te kopen. Moest dus niet meer zoeken, enkel kopen.


Dit waren 2 wat tegenvallende haltes. Er rest er nog 1 (eigenlijk 2 maar die tweede is een buitenbeentje) en ik hoop dat die me wat meer zegt. De Lochnagar crater ofte la Grande Mine in La Boiselle.

“ La grande Mine”, de naam zegt het al. Het betreft een mijnkrater op een plaats waar men Duitse stellingen opblies op 1 juli 1916. En ja, het ís een indrukwekkend zicht. Eén waar een mens nog maar eens stil van wordt.
Ook deze site is weer gelegen op een heuvelrug en het zicht op de streek is schitterend. Weer die rust....

Elk jaar op 1 juli om 7u30 wordt hier een herdenkingsdienst gehouden en poppy’s in de krater gegooid.


Er staan overal borden dat het een gevaarlijke site is en dat je hem betreedt op eigen risico. Dat lijkt idioot maar blijkt nog te kloppen ook. Bij het achteruitstappen om een foto te nemen blijf ik aan een houten trap haperen en ik laat stuk vel van mijn hiel achter (grapje, maar dan een waargebeurd  )
Je krijgt de krater onmogelijk op 1 foto... is gewoon enorm

Rond met het “officiële” programma voor vandaag, zonder haasten ditmaal. Blijft nog een bezoek over aan "Tommy's". Een etablissement langs de weg van Bapaume naar Albert met een bijhorend "museum". Men zou er kunnen eten (was het plan) en men zou er Belgische bieren aan normale prijzen kunnen krijgen (was misschien het plan als het geen Leffe betrof wat ik, zoals gekend, geen bier vind).

Het was dus Leffe en Jupiler (nog erger), de keuken was gesloten, er was geen kat en het "museum"... Nu ja.

Maar het was ergens wel plezant. Moet ik me tenminste later niet afvragen of ik er niet had moeten naar toe gaan .


Bij het terug naar Albert rijden passeer ik een Mc Donald. Ben dus daar maar gestopt om iets te knabbelen. Bovendien hebben ze daar internet zodat ik even on line kon gaan om het reeds getypte deel van dit hier naar de cloud te backuppen en uiteraard even mail en Facebook te checken.


Terug op camping, de zetel en tafel terug ingepakt, klaar voor morgen. Daarna dit dagboekdingen verder aangevuld tot en met deze letters. Met een Sint Bernardus binnen bereik (is nu leeg jammer genoeg). Had eigenlijk nog film willen kijken maar dat tikwerk vraagt te veel tijd. Is ondertussen 00u47 en dus meer dan bedtijd.

Morgen naar Péronne, nog wat Somme en daarna richting Verdun.

Slaapwel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten