maandag 15 juli 2013

Fête National te Verdun en slot



Zondag 14/07/2013


Ik had me de moeite van die wekker kunnen besparen... Ik wordt spontaan wakker om 7u40 en gelukkig maar. Om 7u45 laten die plezanterikken een sirene loeien. Kwestie van iedereen op tijd buiten te krijgen vermoed ik.
Ontbijten was ik al van plan om onderweg te doen dus ik haast me langzaam om me om te kleden, een klets water in mijn gezicht te gooien en te vertrekken.

Ik weet waar ik overal naartoe wil vandaag al ben ik nog niet zeker in welke volgorde. De dag zal me trouwens leren dat de reeks nog aangevuld wordt en de volgorde vaak wijzigt. Ik word flexibeler met de dag. En dat op mijn leeftijd :-).
Weten waar naartoe, is één ding. Weten hoe je er moet geraken een andere. Vanuit de richting die ik kom staan nu net niet de wegwijzers die ik zoek – da’s niet voor het eerst, kan ook aan mij liggen. Ik vertrouw op mijn goed gesternte (hum!) en vind op die manier al een niet op het programma staande necropolis. Ik vind dit een luguber woord maar zo noemen de Fransen blijkbaar hun militaire verzamelkerkhoven.
Veel Franse kerkhoven heb ik nog niet aangedaan. In de Somme liggen sowieso meer Britse cemetrys en als er al een Frans ligt is geen plaats voorzien om je auto te zetten. Hun inrichting is ook vaak ondermaats. De ruimte tussen de graven is wel goed verzorgd maar de "omkadering" - en dat mag je ook letterlijk nemen - is vaak eerder aan de triestige kant. In vele gevallen een Bekaertdraadje en that’s it. Op dat vlak kunnen ze iets leren van de Britten.


Bij dit hier valt het mee. Ligt redelijk dicht bij centrum en grenst achteraan ook aan een gewoon kerkhof. Het licht van de ochtendzon maakt het misschien ook mooier. Die kanonnen staan er wat misplaatst maar die staan aan de zijkant, kan ik dus negeren.
Ik slenter weer tussen de (soms dubbele) rijen kruisen, lees hier en daar de namen en vind er heel wat exotisch klinkende tussen. Het is duidelijk dat ook Frankrijk zijn koloniën inschakelde om kanonnenvlees te leveren.


Eens terug in de mobilhome probeer ik me toch even te oriënteren en ook ditmaal brengt de ipad zekerheid (dank u NavFree). Ik besluit bij het verste punt te beginnen en zo terug af te zakken om vanavond terug in het centrum te zijn. Ik hoop dat er een vuurwerk is – quatorze juillet, n’est pas. Wellicht kan ik dan op die parking bij de citadel overnachten.
Douaumont, met zijn knekelhuis ofte ossuarium, groot Frans kerkhof, village detruit enz... Is samen met de tranchées des baïonnettes (het oudste memoriaal in de regio) het verst, dus op naar Douamont.
Al moet ik nog ontbijten en voel ik er niet voor dit bij dat knekelhuis te doen. Maar ik hoop onderweg nog wel wat te vinden.

En ik passeer inderdaad een picknickplaats, alleen heb ik die te laat gezien om er op te rijden. Bij het voorbijrijden merk ik overal er rond nog loopgraven precies. Vreemd om daar een picknickplaats aan te leggen. Vind het dus niet direct erg dat ik die te laat zag.
Direct erna passeer ik al het Maginotmonument en ben verrast dat ik dat al zo vroeg tegenkom. De plaatsen liggen hier blijkbaar dichter bij mekaar dan het kaartje van de dienst voor toerisme doen vermoeden. Dat betekent meteen ook dat ik sneller bij het knekelhuis zal zijn en ik moet nog ontbijten verdorie. Ik merk een plaats waar ik kan keren en beslis om toch naar die picknickplaats terug te keren om daar in de schaduw te ontbijten. Ik vrees dat dit de enige plaats zal zijn waar nog schaduw te vinden is. Groet in het passeren nog eens degene die zijn naam gaf aan een of andere verdedigingslinie in WOII (tenminste dat denk ik want de naam Maginotlinie zegt me ergens iets) en ik probeer me op de hobbelige "air" zo plat mogelijk te zetten. Ik zet mijn koffie, eet mijn stuutje en ga toch eens buiten kijken want daar staat precies een infobord.

Dat klopt, eentje over het fort van Souville. Die naam zegt me niet direct iets dus ik lees geïnteresseerd. Was dus ook onderdeel van de fortengordel rond Verdun (nogal wiedes), er werd heroïsch weerstand geboden enz... Het is via een zijweg te bereiken.
Wat ik voor loopgraven aanzag zullen dat dus inderdaad ook zijn. Ik heb dus eigenlijk ontbeten in de loopgraven. Al was dat wel iets comfortabeler dan zo'n kleine honderd jaar geleden zal geweest zijn. Blijf me afvragen waarom men in godsnaam hier zo'n picknickplaats aanlegt maar begrijp tegelijkertijd: waar zou men het dan wel moeten doen? Het hele bos, de hele streek, ligt hier gewoon vol. Ik verzoen me er dus maar mee.
Kijk nog wat rond en zie wat verder een wegwijzer staan die de afstanden naar verschillende delen van de verdedigingswerken van Souville aanduidt. Die lijken me te doen, zelfs te voet - verste is zo'n 1,3 km. De grindweg lijkt me bovendien geschikt en ik beslis om me er met de mobilhome op te wagen zover het gaat en ik nog kan keren (want 1,3 km achteruitrijden zie ik niet direct zitten :-) ).
Ik kan de weg een 500m volgen en dan komt ik op een driesplitsing (of hoe noem je zoiets?). Zet me daar, kan ik me meteen keren en beslis de rest toch maar te voet te doen. Even twijfel ik nog om de mobilhome zomaar in het bos achter te laten maar het is nog vroeg (allé naar mijn normen) en ik heb op hele weg deze morgen nog geen kat gezien en het is feestdag, dus ja....

De weg ligt deels in de zon die toch al flink warmte geeft. Het is bovendien een klimmend pad dus ik zweet me dra te barsten. De beestjes merken dat ook en ik kastijd me zelf van tijd tot tijd in de beste opus dei-traditie in een poging ze van mij af te slaan. 's Avonds zal blijken dat dat niet zo goed gelukt is want ik zie 4 joekels van bubbels op mijn lage nek of hoge rug zo je wil. Daar waar de kraag of rand van trui of hemd dus wrijft… :-)
Er staat een eerste pijltje naar een soort voorpost en ik ga daar alvast al een kijkje nemen. En net als ik van de weg afwijk zie ik zowaar zo'n paaltje van “Ten Oorlog” staan. Het eerste van mijn hele tocht (niet dat ik naar zocht) en het zal ook het enige blijken. Ben ondertussen de naam vergeten die er op stond maar heb er foto van dus zal dat wel terugvinden. Zon, zweet en muggen zijn direct onbelangrijk en ik ga op zoek naar andere stukken Souvillefort.
Weer een wegwijzer op een zijpad en ik volg die. Denk even bij het fort zelf te zijn maar is toch "maar" een voorpost maar dan een grote in elk geval. Enkele gepantserde mitrailleurposten en een dito kanonkoepel en resten van een ondergrondse ingang. 
Ik weet weer naar wat gekeken, doe de toer van de site, lees de infobordjes, neem foto's en merk dat het gras onlangs gemaaid werd, wellicht met een bosmaaier. Wat me meteen doet veronderstellen dat de site grondig opgekuist is. Op de twee Canadese sites die ik eerder bezocht wordt immers een groot deel van die sites afgegrazen door schapen omwille van het risico van vonken en trillingen gecombineerd met onontplofte munitie. En nee GAIA, geen zorgen, er is nog geen schaap in de lucht gevlogen, althans als ik de gidsen daar mag geloven. 
Dus, ofwel hebben ze het hier opgeruimd of ...ze nemen het hier niet zo nauw met de veiligheid. Gezien de bekende Franse nonchalance is dit even goed mogelijk.
Er staat een pijltje richting bospad om tot bij het eigenlijke fort te geraken. Ik sla braaf het bospad in, nadat ik eerst een groepje mountainbikers laat voorgaan en ook nog even een jogger laat passeren. Wat zei ik daarnet, hier geen kat te bekennen?
Ik volg dat bospadje, op en neer, links en rechts maar zie nergens waar het me naar toe leidt. Na een vierde splitsing hou ik het voor bekeken. Het bos wordt steeds dichter en ik zie niet in hoe daar nog ergens een fort kan tussen liggen, de sporen van de mountainbikers zie ik ook niet meer en de beestjes worden weer agressiever. Moet weer aan de achtergelaten mobilhome denken en keer op mijn stappen terug. Tenminste ik hoop dat het mijn stappen zijn want opeens ben ik dat ook al niet meer zeker :-). Maar ik kom in elk geval weer bij het gemaaide gras en vandaar naar de weg en bij ons karreke.

Groet nog maar eens Maginot in het voorbijrijden, passeer nog 2 kleinere, bijna identieke gedenkstenen waar geen plaats is om even opzij te staan. Weet dus op vandaag nog niet waarom ze daar staan en vind dat eigenlijk vervelend. Misschien brengt streetview hier wel soelaas eens ik thuis ben.
Le Lion die daar ligt te liggen, doden herdenkt en begin van de Duitse linies zou moeten aanduiden, laat ik rechts liggen en kies de weg naar Douaumont zoals gepland. Alleen, passeer ik eerst het Verdun memorial en gezien het nog niet druk is beslis ik eerst maar dat te doen. Voor ik daar binnen ga hoor ik West - Vlaamse klanken. Blijkt daar een bus West-Vlamingen rond te lopen. Zeg effe goeiendag en ga naar binnen.
Over het eraan verbonden museum kan ik kort zijn. Het is wel de moeite al is het verhaal ondertussen ook al gekend. De film die ze er vertonen vertelt in wezen ook niets nieuws maar door de stilte en de duisternis van de filmzaal heeft die toch meer impact dan de vitrines met wapens, uniformen en gebruiksvoorwerpen.

De weg verder gezet maar enkel voor een paar honderd meters want daar ligt – eigenlijk moet ik zeggen lag – het eerste village détruit: Fleury. Aangezien ik de planning toch al vrolijk aan mijn laars gelapt heb, stop ik hier ook maar meteen. Op de plaats van de vroegere kerk staat er nu een herdenkingskapel en overal in het rond staan bordjes van wat of wie er toen was.
Terug ergens onwezenlijk.

Als ik terugkeer naar de mobilhome zie ik een man staan die ogenschijnlijk wacht tot ik gepasseerd ben om een foto te nemen. Ik haast me de weg over om uit de weg te zijn. Daarbij zie ik iets bizars. In de verte zie ik een man in sportuitrusting op krukken af komen. Ik kijk nog eens beter en ja, hij heeft maar één been. Ik kijk wat beduusd en zie dan dat de fotograferende (of filmende ) man ook een prothese heeft in plaats van zijn linkerbeen. Er staat ook een mobilhome met daarop "marathon of hope". Thuis toch eens opzoeken waarover dit precies zou kunnen gaan.

Maar ik was dus op weg naar Douaumont en geloof het of niet, ik geraak er ook.
Passeer het Ossuarium en kerkhof aan de rechterkant maar stop toch even om het memoriaal voor de islamitische soldaten te gaan bekijken. Dat ligt daar zo een beetje plompverloren langs de weg. Er is duidelijk veel minder zorg aan besteed dan aan andere monumenten die ik al zag... Er is ook niet veel aan te zien maar ik wil toch ook daar even blijven bij stil staan. 

Terwijl ik daar toch geparkeerd sta loop ik toch maar even het – grote – kerkhof op. Het licht zit immers goed om een foto te nemen voor op de postkaart die ik nog moet sturen. Neem dus enkele foto's zowel met fototoestel als met de ipad. Dit laatste met de bedoeling die vlot te kunnen gebruiken voor de postkaart die ik via een appke wil opmaken en versturen. Op het scherm van die tablet kan ik echter niet zien wat ik doe omwille van de felle weerkaatsing al sta ik in de schaduw. Later zal blijken dat het hoesje rond de ipad niet goed zat waardoor geen enkele tabletfoto bruikbaar was, weer goe bezig… :-).


Neem de gelegenheid ook te baat om al eens die kant van het kerkhof te doorlopen, moet ik straks niet meer het hele kerkhof doen. Blijkt dat ze aan deze kant de moslims samen gelegd hebben, te merken aan de zerkjes in plaats van kruisen en de andere oriëntatie van de stenen, vermoedelijk richting Mekka? Ik hoop het tenminste voor hun zielezaligheid.

Ik rij eerst door naar de tranchées des baïonettes, verste punt van mijn toer. Je moet er geweest zijn, omwille van het verhaal, omdat het oudste memoriaal is in de streek ...maar eigenlijk nergens anders voor.






Voor ik naar het fort ga kijken is er nog een stop aan het verwoeste dorp van Doutramont. Ik parkeer me aan de eerste aankondiging omdat daar ook al een wegwijzer naar het fort staat (800m door een bosweg).Er is daar ook een goede parkeerplaats en je weet hier nooit of je die wel vind.

Dat maakt dat ik te voet loop door wat eens de hoofdstraat moet geweest zijn. Weer bordjes met wie en wat daar ooit woonde en waarvan niks meer te zien is. Ook weer een herdenkingskapel waar vroeger de kerk stond en verwonderlijk: enkele recente graven bij die kapel. De omringende loopgraven en bomkraters zie je hier niet, of toch niet zo nadrukkelijk als bij Fleury.

Als ik terug bij de wagen kom valt mijn oog op een aantal verbodsborden om het erachterliggende terrein en bos in te gaan - militair domein. Waarom staat daar dan een wegwijzer naar Fort Douaumont? Neem het zekere voor het onzekere – heb ook niet zo'n zin in nog eens een insectenwandeling – en beslis maar naar het fort te rijden langs de gewone weg. Net als ik instap valt er een andere wagen stil. Er stapt een – aan de outfit te zien –ervaren wandelaar uit en die slaat wel de wegel naar het fort in. Twijfel toch weer nog even maar de idee van de zoemende beestjes doet me toch de contactsleutel omdraaien.

Bij het fort aangekomen parkeer ik me op de redelijk gevulde parking, jammer genoeg in volle zon en ga meteen de kleine toegang binnen. Bij het kopen van een ticket vraagt het vriendelijk madammeke of ik er eentje wil voor Douaumont alleen of meteen ook voor het Fort Vaux. Dat stond ook op mijn programma – al wist ik niet dat je daar ook binnen kon voor een toer. Is wel helemaal aan het andere eind van Verdun, was voorzien als laatste stop, eventueel naar volgende dag te verdagen. Ik informeer even naar de openingstijden en een blik op de klok leert dat dat nog wel te doen is. Desnoods moet het knekelhuis maar wachten tot morgen.
Je krijgt er geen audiogids maar een videogids mee. Ook in het Nederlands zowaar. Het wordt een leerrijk bezoek waarbij die gids echt wel een aanvulling is. Al ben ik vaak gewoon aan het luisteren en rondkijken dat ik vergeet naar de begeleidende videobeelden op het schermpje te kijken. Bijkomend nadeel: het kost meer tijd en je kan het niet sneller laten gaan, zonder stukken over te slaan. Maar, zoals gezegd, het maakt de ervaring wel rijker. En de stemmen zijn niet àl te Hollands :-) )

Het is hier en daar wel uitkijken voor slippertjes op de natte vloer en de druipende wanden. Het is er kil en klam, een groot contrast met de bakoven van een parking waar ik net vandaan kom. Er loopt nogal wat volk maar iedereen is in stilte bezig met zijn eigen gids zodat we eens geen last hebben van hollende, schreeuwende, lachende of andere enerverende kindergedragingen.
Ergens is het wel een claustrofobische ervaring. Nu is overal voldoende licht en je kuiert er als het ware op je dooie gemak rond, maar toch.
Na de rondleiding binnen doe ik ook even de ronde buiten en bovenop het fort. Dit versterkt alleen maar dat gevoel van gevangen zitten als je daar binnen zit.

Een gevoel dat nog veel sterker zal worden bij het bezoek aan fort Vaux. Het is kleiner en er werd ook harder om gevochten. Het Franse garnizoen – of wat er van overbleef – heeft zich tenslotte door een totaal gebrek aan voorraden, water en zelfs lucht, moeten overgeven.
Het moet inderdaad een hel geweest zijn. Al durf ik me niet claustrofoob noemen, ik voel me niet al te goed in zo'n afgesloten ruimtes. Zolang ik weet dat ik er uit kan en ruimte heb om te bewegen gaat dat. Maar dat hadden de soldaten toen van geen kanten. Ik zou gek geworden zijn. En misschien werden zij dat ook wel. Ik kan me niet voorstellen dat je daar – net zoals uit de loopgraven tout court trouwens – ongeschonden uit komt.
Vandaag is dat echter geen enkel probleem maar ik ben toch blij weer de zon op mijn schouders te voelen branden. Loop nog snel even over en rond het fort en haast me om toch nog in het ossuarium te raken. Dat zou open zijn tot 18u en dat zou net moeten lukken.


Alleen lijkt de weg nu opeens langer en zit er bovendien af en toe een bromkar of tractor in de weg :-).
Ik zie bovendien nog een aantal bordjes staan van zaken waar ik zou kunnen – en ook wel wil – stoppen maar dan keer ik straks nog maar eens terug. Ken de weg ondertussen van buiten.

Ik geraak in het Ossuarium om 20 voor 6, krap. Voor ik het ticket koop vraag ik toch nog even of het wel de moeite is. Blijkt om 18u nog een laatste voorstelling van hun film is. Dat voldoet voor mij en ga dus nog binnen.
Het gebouw zelf is kan je niet mooi noemen. Zeker de buitenkant en de weg naar de toren vind ik. Nu zijn inhoud is natuurlijk ook niet mooi. De overblijfselen van 130 000 onidentificeerbare gesneuvelden zijn er ondergebracht in compartimenten volgens dat ze ze uiteindelijk op het slachtveld van de streek van Verdun teruggevonden hebben. Soms to 7 – 8 maanden nadat ze sneuvelden. Fransen, Senegalezen, Somaliërs, Duitsers, men weet het niet eens. Katholiek, protestant, moslim, ongelovig, men weet het niet. Daarom was deze oplossing eigenlijk de enig mogelijke.

Ik heb aan beide uiteinden van de lange gang een kaars gebrand. Voor hen, allemaal, hier en gelijk waar, gelijk wanneer.



Ik ben op tijd voor de film, kan zelfs nog even in de vieworama's – of hoe die dingen ook mogen heten – kijken. Ik ga de filmzaal binnen, samen met nog een 10-tal late vogels. En hoewel er ook hier weer niets nieuws te zien of horen valt beklijft het me toch opnieuw. De plaats waar je zit is daar niet vreemd aan. Je zit immers tussen de compartimenten met beenderen. De openingszin van de film is dan ook niet gelogen: ”Dit is geen filmzaal zoals een andere”. Een understatement van jewelste.

Terug buiten loop ik nog even naar de voorkant waar je uitkijkt op het enorme kerkhof waar men diegenen (Fransen toch) heeft gelegd waarvan men wel nog kon ontdekken wie het was. Nog eens zo'n 15 000.
Ik heb niet meer de moed om ook hier nog tussen de rijen te wandelen. Ben blij dat ik dat vanmorgen voor een stukje gedaan heb maar nu kan ik het niet meer.




Ga terug naar de mobilhome en vraag me af wat ik ga doen. Terug naar Verdun en in afwachting van een eventueel vuurwerk eten maken en nog wat schrijven? Of toch nog even terug langs de weg die ik daarnet deed om die nieuw ontdekte pijlen te volgen. Ik kies voor dat laatste, ik heb een overgang nodig. Of zoiets.
               
Dus nog maar eens dezelfde weg terug. Het eerste (verste eigenlijk) blijk ik te snel gelezen te hebben. Een monument voor gefusilleerden had ik gezien. Dacht aan voor lafheid of desertie gefusilleerden. Maar het blijkt om leden van de résistance in WOII te gaan. Niet dat dat minder belangrijk is maar mijn kop staat er minder naar. Op de weg vindt ik daar mijn derde dode vlinder vandaag. 
En steeds doen die me aan de slotsequenties van de film “all quiet on the western front” denken.

Een tweede is naar iets als Batterie d'hopital, wat dat ook zou mogen zijn. Ga in het bos op zoek. Ik vind eerst een soort van poortje, naar een ondergrondse schuilplaats vermoed ik. Ik loop nog even verder en zie dan een vijftal gewelfbogen tussen de bomen. Dat zal het dan wel zijn alleen staat nergens iets wat uitlegt wàt dit dan wel zou moeten geweest zijn. Ik keer beetje ontgoocheld terug. Nog niet veel overgang gehad.
Als ik terug wil instappen zie ik iets veder nog een wegwijzer. Ga even loeren. Blijkt naar fort Souville te zijn, 0,3km. Aangezien ik dat vanmorgen gemist heb en in de rondleiding in Vaux vernomen heb dat dit toch ook een belangrijke pijler van de Franse verdediging is geweest, probeer ik het nog eens van die kant. Mogelijks, waarschijnlijk, is de weg waar ik langs loop gewoon het andere einde van de weg die ik vanmorgen liep. De zon is al aan het verdwijnen en in dit bos wordt het toch al redelijk duister.

Ik vind uiteindelijk de volledig overwoekerde ingang van wat eens fort Souville moet geweest zijn. Ga loeren, probeer een foto te nemen, o.a. van de galerij aan de ingang, stoot mijn hoofd bij het rechtkomen na het nemen van de foto, vloek hardgrondig en zeker ook hardop, maar ben toch blij dat ik dat fort nog "gevonden" heb.

Ik kan met een gerust hart en een pijnlijke kop terug naar Verdun, parking aan de citadel zoeken, potje koken en hopen dat er een vuurwerk is én, ik het vind.

Parking is geen probleem, ik hoef immers maar de pijlen citadel souterrain te volgen die er hier blijkbaar wel overal staan en aan de goede kant van de weg :-).
Het potje koken is een overstatement. Ik pak een steelpan, een blikje ravioli en 3 minuten later kan ik eten. Voor de vitamientjes knabbel ik een extra appel en tomaat en ik kan er weer tegen.
Er staan weeral een vijftal mobilhomes op de verder lege parking. Een deel daarvan heeft zich zichtbaar al klaargemaakt om te overnachten, dat zal hier dus geen probleem zijn. Er komen nog twee Poolse Hymerintegralen aan,, met alles er op en eraan. Auto-opkopers die even vakantie nemen denk ik terloops.

Als er toch even een gewone wagen de parking oprijd en ik de dame die er uit stapt taxeer als "local", neem ik de gelegenheid te baat om even te informeren of er mogelijks een feu d'artifice is ce soir. Ze zou het eigenlijk niet weten, denkt dat het gisteren was omdat ze knallen gehoord heeft en het bovendien in vele gemeenten de gewoonte is om het vuurwerk in de nacht tussen 13 en 14 juli te houden. Dat valt tegen.
Eén van de redenen om mijn vakantie begin juli te nemen, toen ik nog belange niet wist wat ik waar ging gaan doen, was juist omdat je in Frankrijk altijd wel ergens een vuurwerk(je) kan meepikken op hun feestdag.
Nu, de zaken zijn wat ze zijn en ik begin verder te schrijven aan dit dagboek. Daar is immers nog wel wat werk aan (waar ben ik eigenlijk aan begonnen?).
Zo gezegd zo gedaan en ik pik de draad op bij Vauquois. Ik maak me de bedenking dat, zelfs als niemand – ook ik niet – de moeite doe om dit (later) te lezen, alleen al het feit dat ik het schrijf, en dus verplicht ben de vele losse gedachten die me tijdens deze reis overvallen toch een beetje te ordenen en te herkauwen, zijn waarde heeft. Het is zeker geen verloren tijd.

Terwijl ik herkauw en de prachtige volzinnen weer in een ijltempo uit mijn toetsenbordje te voorschijn komen op het ipadscherm, komt de ene auto na de andere de parking opgereden. Naarmate het uur vordert en de schemering valt, begint die zelfs redelijk vol te staan en alle arrivées gaan dezelfde kant op, richting centrum. Ik begin stillekesaan te vermoeden dat er misschien toch mogelijks  een vuurwerk zou kunnen zijn. (veel voorwaardelijker kan ik het niet meer stellen zeker? Lol!) Ik berg dan ook mijn schrijfbordje op, kleed me even om (kan moeilijk in mijn ondergoed de straat op gaan), sluit de mobilhome af en volg de massa.
Aangezien niet iedereen helemaal dezelfde weg volgt fixeer ik me op een jonger koppel die ongeveer hetzelfde tempo aanhoudt als ik. We naderen de Quai de Londres in het centrum. Aan de er reeds verzamelde massa (en dat woord is geen overdrijving), de locatie aan het water en de aanwezigheid van straatventers die allerlei lichtgevende brol verkopen, vermoed ik dat, als er iets te doen is vanavond het wel hier zal zijn en het inderdaad om vuurwerk zal gaan. (amaai, inderdaad volzinnen lol!)
Het is inmiddels 22u en sommige jongeren kunnen duidelijk niet wachten tot het grote spektakel begint. Ze steken dan maar zelf al een hoop vuurpijlen af. Daarbij niet gehinderd door enig veiligheidsbesef want ze doen dit in alle richtingen, op alle hoogtes en blijkbaar liefst zo horizontaal mogelijk gericht naar de andere oever (en dus ook recht op de massa volk die ook daar al klaarstaat). Gelukkig lijkt de reikwijdte van die vuurpijlen niet al te groot zodat ze, op enkele – gelukkig hoger gerichte – exemplaren na, de andere oever net niet bereiken voor ze afgaan. Helemaal gerust ben ik er toch niet op .

Ik heb voor de overkant van de Londense kaai gekozen, daar staan de mensen iets minder opeengepropt in de niet afkoelende avond. Waarom moest ik ook een lange broek en een trui aandoen verdorie ? Buiten de stad koelt het duidelijk af 's avonds maar hier niet. Nu, de trui kan ik gemakkelijk uitdoen en dat is alvast een stuk beter. Zeker nu ook aan deze kant er steeds maar volk bijgepropt wordt. Het wordt 23 uur en wat ik hoopt gebeurt, 't spel begint. Er klinkt eerst riverdance-achtige muziek (wat ik leuk vind) en dan komt de verwelkoming en 't Frans, Duits (wekt blijkbaar enige hilariteit op) en het Engels. En dan begint het te knallen, fluiten, knetteren en fisteren.

En hoewel ik hier naar uitkeek, voel ik me ineens wat ongemakkelijk. Het voelt vreemd om, na een week ondergedompeld te zijn in WOI met zijn verhalen over verschrikkelijke, gekmakende, dagenlange artilleriebarrages, hier bewonderend te staan kijken naar "artistieke" ontploffingen.
Ik kan het uiteindelijk wel van me af zetten en genieten van het schouwspel. Het is trouwens lang geleden dat ik nog eens een vuurwerk zag waarvan de muziek die ze erbij gaven zo goed was. Goede geleuidskwaliteit, goed van genre(s) en van timing. De Belgische vuurwerken die ik laatst zag zijn dan misschien gesofistikeerder wat knal-, kleur- en lichteffecten betreft, het totaalplaatje bevalt me hier beter.
Al heb ik al bij al het gevoel dat ik nooit meer op dezelfde manier naar vuurwerk zal kunnen kijken.
Als de finale salvo's weerklinken kan ik niet anders dan me nog eens de bedenking te maken dat ik hier nu vrijwillig voor 20 minuten ben komen naar kijken en luisteren, wetende dat het een ongevaarlijke show is (die enkele jongeren even niet te na gesproken :-) ), als feestgebeuren. Terwijl een kleine eeuw geleden mensen, gedwongen, uren, dagen aan een stuk aan zo'n – en wellicht nog luider – kabaal werden blootgesteld. Wetende, naargelang de kant van waar het kwam, dat het ofwel bedoeld was hen nu te doden ofwel hen straks een bijna zekere dood in te jagen.
Nee ik denk niet dat ik nog op dezelfde manier naar vuurwerk zal kijken als vroeger (al zal ik het ook niet laten hoor).

Na de kleuren, licht en lawaai worden we door dezelfde vriendelijke stem, weer in drie talen, uitgenodigd om nog deel te nemen aan het volksbal en zeker volgend jaar terug te komen. Dat bal laat ik aan mij voorbij gaan en dat terugkeren houd ik nog in beraad :-).
Ik zak voorzichtjes, voor zover het de kaai verlatende volk mij dat toelaat, af naar mijn parking. Het was een lange vermoeiende maar ook mooie dag. Ik denk dat ik goed ga slapen.

Daarvoor moet ik echter nog eerst in slaap geraken. Er stond zoals gezegd al wat volk op die parking en die moeten allemaal naar huis. Dat gaat niet bij iedereen even snel of vlot. Sommigen hebben duidelijk al wat te veel feest gevierd, anderen weten van geen ophouden en weer anderen hadden hun voorraad vuurpijlen en bommetjes verkeerd ingeschat en nog niet kunnen opgebruiken. Ze besluiten dan maar dat op de parking te doen... Ik schrijf dus nog maar wat verder in het dagboek in afwachting dat slapen zal lukken. Tegen 2 uur lijkt het buiten stil te vallen. Met de bedenking dat het inderdaad een lange, vermoeiende maar ook mooie dag was doe ik mijn ogen dicht en vertrek naar het rijk der dromen.

Maandag 15/07/2013


Als ik wakker word is alles stil en vredig buiten. Het is al licht en ik kijk even op mijn klok en zie 7:15 staan. Tevreden dat het nog maar kwart na zeven is grom ik me nog even op mijn andere zijde. Ergens vind ik het vreemd dat ik me al zo uitgeslapen voel. Na een tijdje kijk ik toch nog even naar die klok en die toont nog steeds 7:15. Dan valt mijn frank, ze staat op de datum, idioot. Het blijkt al half elf te zijn...geen wonder dat ik me uitgeslapen voelde :-D

Met wat tegenzin kruip ik uit het bed, ik moet immers een goeie 300km verder geraken vandaag. Ik laat het front achter me en ga gaan ontspannen. 
Al is het ook een beetje spannend, terugkeren naar Montapas, de plaats waar ik vroeger zo'n 5, 6 keer op vakantie geweest ben. 
Hoe zou het er uitzien? Zouden er nog mensen zijn die ik nog ken van toen?
We bleven toen immers naar daar gaan, precies omwille van de mensen die we er ieder jaar terug zagen.
Zou er plaats zijn? Zou het er goed weer zijn – over mijn eerste week kan ik alvast niet klagen.
Zou ik me er nog goed voelen? 
Zal ik me er kunnen bezig houden voor een week? Moet nog wel even aan dit ding hier werken maar kan dat toch ook niet de godganse dag doen?

Allemaal vragen waarop ik tegen de avond voor een stuk het antwoord zal weten. Maar dat is voor "achter de frontlijn", het ten oorlog trekken is voor even voorbij.
Ik verlaat Verdun langs de Voie Sacrée en rij rustig zuidwaarts.




P.S
Na 5 dagen luieren in de zon ben ik bij mijn terugkeer naar België naar Ieper gereden. Ik heb me gehaast om er voor 20u te zijn zodat ik de Last Post kon meemaken.
Alhoewel ik Ieper al vaker bezocht heb was ik daar nog nooit bij aanwezig geweest.
Ik ben er op tijd geraakt, rond 19u was ik op de camperparking aan het sportcentrum. Fiets gepakt, en tot bij de Menenpoort gereden. 
Dacht nog even rond te wandelen maar ben toch maar meteen aan de Menenpoort gebleven. Het begon er immers al redelijk vol te lopen. Er was zich ook een muziekensemble aan het opstellen. Zo te zien werd het een uitgebreidere versie die avond.

En ja, inderdaad. Nadat de 4 brandweermannen, onder een inmiddels volledig volgelopen Menenpoort hun klaroenhulde gebracht hadden, was er, tijdens het neerleggen van verschillende bloemen en/of kransen door mensen van diverse pluimage, nog muziek te horen. Er werd door die groep afgesloten door de Brabbançonne en het God Save te Queen.
De pompiers mochten daarop de plechtigheid afsluiten.

Een gepaste afsluiter vond ik van mijn eerste WOI reis (ik heb zo het idee dat er nog gaan volgen).
Ik moet alvast ook nog eens een soberder Last Post meemaken. 
Er is nog genoeg te wandelen in de streek dus dat komt wel in orde.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten